De hal, de entree. De plek waar je mensen ontvangt. Bij de meeste mensen in Nederland niet de grootste ruimte. Daarom is het zaak handig met deze ruimte om te gaan zodat die niet vol raakt. Alleen het hoogstnodige laat je hier. Want dit is ook de plek waar je snel spullen terug moet vinden als je het huis gehaast verlaat, of aan het einde van de dag moe binnenkomt. Een kapstok hoort hier natuurlijk. Misschien een schoenenkastje. Een plankje om sleutels e.d. op te leggen. Een spiegel, altijd handig om nog even te checken of je geen spinazie tussen je tanden hebt voordat je naar buiten gaat. Aan de kapstok kun je het beste hangen wat je dit seizoen draagt. Al het andere hangt alleen maar in de weg, oogt voller, neemt ruimte in beslag. (De rest gaat in de opslag uit het zicht.) In de winter heb je echt niet ineens je zomerjas nodig. Dingen als paraplu’s en regenkleding kunnen in Nederland natuurlijk best ieder seizoen voor het grijpen liggen. Een goede mat om je voeten te vegen en eventueel een om schoenen op te zetten als je het binnen graag makkelijk schoonhoudt. Jas, tas, sjaal, muts en handschoenen in de winter en dat is dat. Tot later!